|
 |
Omstreeks 1900 bouwde notaris Charles Claes het landhuis Groenenberg naar een ontwerp van de Brusselse architect V. Evrard. Het was het grootste kasteel van Vlezenbeek, een knipoog naar de overbuur in Gaasbeek, het grootste kasteel van het Pajottenland.
In de Tweede Wereldoorlog bezette hoge Duitse officieren het kasteel. Het achterste terras verbergt nog altijd de betonbunker waarin ze schuilden tijdens geallieerde luchtaanvallen. Na de bevrijding richten Britse en Amerikaanse soldaten veel schade aan. De afhandeling van het oorlogsschadedossier duurde zo lang dat de eigenaars het onbewoonbare geworden kasteel nooit meer betrokken. Het gebouw verviel tot een ruïne. Sommige delen van het park verwilderden, andere werden gebruikt voor landbouw.
In 1981 verkocht erfgename Cécile Houtart het sterk verwaarloosde geheel aan de Vlaamse Gemeenschap met het oog op de renovatie van het unieke kasteelpark en de restauratie van het kasteel dat sinds de Tweede Wereldoorlog leeg stond.
Het eclectische kasteel werd in 1990 gerenoveerd. De afdeling Bos en Groen van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap herstelde het grootste deel van het park, honderd jaar geleden vakkundig ontworpen door landschapsarchitect Edmond Galoppin, op basis van de Galoppin plannen. Het domein werd ook verrijkt met onder meer collecties rododendrons. |